Vijf afgedankte windmolenwieken zijn rondom een bestaande betonnen cirkel geplaatst en worden gebruikt om een doolhofachtige ruimte te creëren met een pannakooi in het midden. De basis van de wieken is ingezet als vier torens, elk met een eigen karakter. De afgezaagde delen liggen verspreid door de tuin en verbinden de torens met elkaar. Tussen deze torens hangt een klimnet, maar voorkomt ook dat ballen in de tuinen van de buren terechtkomen.